Verwolde (Laren)
Op deze pagina vindt u informatie over Ampsen.
Ligging |
Aan de Jonker Emile Laan 4 te Laren |
Ontstaan |
Voor het eerst komen we een heer van Verwolde tegen in 1346 als er sprake is van een broederverdeling. |
Geschiedenis |
Gelegen in een
bosrijke omgeving - de naam duidt er reeds op, want wolde betekent woud
- vinden we het huis Verwolde. Wanneer we vanaf de oprijlaan het huis
zien liggen, valt het achttiende-eeuwse voorkomen op en uit niets blijkt
dat hier ooit één der sterkste grensvestingen van Gelre tegen het
Oversticht lag. Evenals dat het geval was met
Dorth,
is ook om Verwolde menige strijd geleverd. Verwolde behoorde van oudsher tot de bezittingen van het Huis Keppel te Laag-Keppel en werd daar in het begin van de veertiende eeuw bij een broederdeling van af gespleten en in 1346 komen we de eerste heer van Verwolde tegen. Dat is Derck II, en logiserwijs moet er ook een Derck I geweest zijn. Maar goed, Derck II wordt in genoemd jaar vermeld als eigenaar van Varenwolde. Zijn nageslacht zal nog zo'n twee eeuwen op Verwolde resideren en de Verwoldese Keppels sterven in mannelijke lijn uit in 1546 met Frederik, die slechts een dochter nalaat, Cunegonde, gehuwd met Alart (de Cocq) van Haeften, die in 1565 overleden was. Hun Dirck, die in 1576 in het huwelijk trad met Elsabé van Dorth, heeft het één en ander meegemaakt in zijn leven. Hij was de Staatse zaak toegedaan en werd dan ook door de Spaanse koning op de lijst van diens vijanden geplaatst. Er is de volgende mededeling overgeleverd:"Derick v. Haeften toe Verwoelden bij Lochem, nu gevangen binnen Steenwyck, die oeck op zijn huys der Staeten garnisoen genomen", uit welke verklaring blijkt dat Verwolde een verdedigbare sterkte geweest is. Gedurende de 110 jaar dat de Van Haeften's Verwolde bezeten hebben, hebben er ingewikkelde verervingen plaatsgevonden. De laatste, Statius Reinier, sneuvelde ongehuwd in 1702, maar had reeds in 1687 het kasteel afgestaan aan zijn oom George Ripperda, die - eveneens ongehuwd - ook in 1702 overleed, waarschijnlijk in zijn bed. Verwolde kwam toen aan Willem Hendrik Carel Ripperda, die tweemaal huwde met een Ripperda. Zijn zoon Maurits Carel George Willem, gehuwd met Anna Maria Dorothea van Lintelo, bezat zo het één en ander. Behalve Verwolde waren dat de kastelen Vorden, Weldam, Olydam, Leemcuyl en De Ehze. Halverwege de zeventiende eeuw raakt het huis in verval om tenslotte in 1725 ten prooi te vallen aan de vlammen. Vermoedelijk bezat het echtpaar te veel kastelen en te weinig geld, want in 1738 verkopen zij Verwolde aan Evert Jan Benjamin van Goltstein die de havezate kocht voor zijn dochter Reiniera Charlotte, gehuwd met Allard Philip van der Borch. Op het nieuw verworven bezit stond toen nog slechts een boerderij en eerst de zoon van dit echtpaar zal in 1776 het tegenwoordige huis laten bouwen. Op de plek van het oude slot werd voor de Van der Borchs een statig landhuis in Lodewijk XVI-stijl gebouwd, ontworpen door de stadhouderlijke architect Schonk. Hierna zal het huis nog twee maal een verbouwing ondergaan waarbij omstreeks 1890 het huidige bordes aan de voorzijde en in 1927 de toren bijgevoegd werden. Eveneens werd het dak verhoogd, teneinde daar een aantal dienstbodekamers te kunnen aanbrengen. Aan de linkerzijde werd een groot terras gemaakt. Tot 1977 bleef het landgoed in het geslacht Van der Borch van Verwolde, zij besloten het kasteel met naaste omgeving te verkopen aan de huidige eigenaar. Na herstel en inrichting van het huis in bewoonde stijl is Verwolde in 1982 opengesteld voor het publiek. Het omringende landgoed is eigendom van de familie Van der Borch van Verwolde. |
Eigenaar/Bewoners |
Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen |
Huidige doeleinden |
Museum |
Toegankelijk |
Het huis en landgoed zijn toegankelijk voor het publiek. (INFO) |
Foto's |
|
Bronnen |
Jan Harenberg -
"Eens bolwerk van de adel, kastelen en
landhuizen in de Achterhoek en Liemers" Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen – “Geldersche Kasteelen, tot defensie en eene plaissante wooninge” |