Keppel (Laag Keppel)
 
Op deze pagina vindt u informatie over Keppel.

Ligging

Aan de Dorpsstraat LK 41 te Laag Keppel

Ontstaan

Hoewel de naam Keppel ouder is stamt het kasteel van rond 1350.

Geschiedenis

Het Kasteel Keppel te Laag Keppel ligt heel schilderachtig op een eiland, dat gevormd wordt door twee takken van de Oude IJssel. Hier was hoogstwaarschijnlijk niet de plek waar de allereerste heren van Keppel gezeteld hebben. Die plek moeten we zo'n drie kilometer westelijker zoeken, waar nog in de twintigste eeuw de restanten van een ronde burcht te vinden waren. Vermoedelijk is de huidige plek in de eerste helft van de veertiende eeuw uitgekozen om er een kasteel op te bouwen, waarvan nog delen in het tegenwoordige gebouw terug te vinden zijn.
Al vroeg worden heren van Keppel genoemd: in 1182 is sprake van een Wouter van Keppel, maar de eerste die met naam in het archief voorkomt is Theodericus en wel in 1272. De laatste van zijn geslacht was Wolter, die in 1330 overleed en uit zijn huwelijk met Jutta van der Sluse maar liefst acht dochters had, maar geen enkele zoon. Zijn dochter Beatrix, erfgename van Keppel, huwde Roderick van Voorst en mogelijk zijn zij de grondleggers van het huidige kasteel. Met hun achterkleinzoon Sweder stierf in 1401 ook het geslacht Van Voorst op Keppel uit en dit bezit vererfde op Sweder's zuster Johanna, echtgenote van Otto van Polanen. Maar ook het Polanen-tijdperk is maar van korte duur, want hun enige zoon overleed kinderloos in 1432, zijn bezittingen nalatende aan zijn zuster Cunigunda, gehuwd met Frederick van Heeckeren genaamd Rechteren.
Diens steun aan afwisselend de Gelderse hertog of de Spaanse koning leidde ertoe dat het kasteel nogal wat te verduren kreeg. De hertogen van Gelre voerden veelvuldig oorlog en Keppel kreeg ruimschoots zijn portie mee, zo in 1502, 1505 en 1506. In 1510 werd het gebouw in brand gestoken door de Utrechtsen. Tijdens herbouwwerkzaamheden tuimelt de toenmalige kasteelheer, Frederik van Rechteren, van de steigers en overlijdt aan de gevolgen van die val. Zijn juiste sterfdatum is niet bekend, maar ligt ergens tussen 1516 en 1521. Hij liet een dochtertje Elisabeth na en kort na zijn dood werd Frederica geboren. Het was hertog Karel van Gelre niet onverschillig, wie heer op Keppel, dat een belangrijke strategische positie innam, zou worden en hij huwelijkte Elisabeth in 1530 - zeer tegen de zin van haar familie - uit aan zijn gunsteling Johan van Pallandt.
Keppel is vervolgens vier eeuwen lang in het geslacht Van Pallandt gebleven. Johan van Pallandt was een overtuigd voorstander van de reformatie, in tegenstelling tot zijn zoon Frederic van Pallandt die zelfs een Spaans garnizoen op Keppel huisvestte, wat weer gevolgen voor had voor het huis. In 1582 werd het huis en alle bijbehorende bezittingen verwoest. Toen Frederic van Pallandt in 1605 overleed, had hij nog steeds geen middelen om het kasteel te herbouwen, zijn zoon Johan van Pallandt nam dit op zich.
Na een betrekkelijke rustige tijd werd kasteel Keppel in 1665 ingenomen door de krijgszuchtige vorst-bisschop van Münster, Christoph Bernard van Galen. Deze had een verbond gesloten met de Engelse koning Karel II om zo wat aandacht van de zeeoorlog af te leiden tussen Engeland en
de Republiek der Verenigde Nederlanden. De vorst-bisschop zag op deze manier weer een kans om zijn aanspraken op de heerlijkheid Borculo wat kracht bij te zetten. In april 1672 verklaar Frankrijk de Republiek der Verenigde Nederlanden de oorlog en Lodewijk XIV, de zonnekoning, trekt op 12 juni 1672 richting Doesburg. Keppel, dat niet ver van Doesburg ligt valt in Franse handen. Lodewijk XIV gebruikt het huis als zijn hoofdkwartier tijdens de onderhandelingen met de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Al die tijd is Keppel in het bezit van het geslacht Van Pallandt gebleven, zij het dat de rechte lijn in 1729 werd verbroken met het kinderloze overlijden van Carel Willem, die zijn bezit echter vermaakte aan zijn oomzegger Frederik Willem Floris van Pallandt. Gedurende de Tweede Wereldoorlog vond het grootseminarie Rijsenburg, dat uit zijn onderkomen was verdreven, onderdak in het kasteel, totdat de Duitsers het als hospitaal vorderden. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1962, werden het kasteel, het  voornaamste meubilair, de tuin en het overige landgoed ondergebracht in de Pallandt van Keppel Stichting, teneinde het voortbestaan te waarborgen.
Sinds 1974 wordt het kasteel weer bewoont door de familie. De laatste Van Pallandt van Keppel was Ada Cornelia barons van Pallandt, gehuwd met mr. Rijnhard Bernard baron van Lynden. Zij overleed in 1991, hij overleed in 1994. Zij bewoonden het zuidelijke gedeelte van het huis. Thans wordt het huis bewoont door hun oudste zoon,
Willem Jacob Reinout baron van Lynden, in 1966 gehuwd met Jkvr. Sonia Lucile Maximilienne Rutgers van Rozenburg barones van Lynden.
Het gebouw is een product van vele eeuwen. Van de donjon, die omstreeks 1300 gebouwd moet zijn, vinden we de resten in de toren rechts van de ingang, waar iets later een poortgebouw verrees. Nog in dezelfde eeuw werd de IJsselvleugel opgetrokken en in de tweede helft van de vijftiende eeuw werden de zaalvleugel en de oostelijke hoektoren gebouwd. Hiermede werd de huidige omvang vastgesteld. De verwoesting van 1582 door Staatse troepen was catastrofaal en vanaf 1609 werd het kasteel grotendeels herbouwd door de bouwmeester Willem van Bommelen met gebruikmaking van veel oud muurwerk. In 1750 en 1850 volgden toevoegingen, waardoor de binnenplaats geheel omsloten werd.

Eigenaar/Bewoners

Pallandt van Keppel Stichting

Huidige doeleinden

Privé bewoning.

Toegankelijk

Huis en tuin zijn op schriftelijke aanvraag bij het Rentmeesterkantoor Van Lynden te Hemmen te bezichtigen.
Foto's
Bronnen Jacobus Craandijk - "Wandelingen door Nederland met pen en potlood." Deel 5 (1880)
Jan Harenberg -  "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers" (1999)
Allert de Lange - Gids voor "De Nederlandse Kastelen en Buitenplaatsen" (1966)
Tolien Wilmer - "Kastelen in Gelderland" blz: 152-156 (2013)