De Cloese (Lochem)
Op deze pagina vindt u informatie over De Cloese.
Ligging |
De Cloese 1 te Lochem |
Ontstaan |
In 1520 is toestemming verleend voor het bouwen van een kasteel op een pol in de Berkel. |
Geschiedenis |
Tenminste drie maal heeft het huis een
totale metamorfose ondergaan, zoals oude afbeeldiongen ons laten zien.
Hoe het huis er oorspronkelijk uitgezien heeft, is uiteraard niet
bekend. wel is bij hoge uitzondering de juiste stichtingsdatum bekend, want de Lochemse pastoor Sweder van Kervenheim kreeg in 1520 toestemming om op een pol in de Berkel een kasteel te bouwen. Die pol behoorde tot het goed Reynering, toebehorende aan de gelijknaminge familie en voor het eerst vermeld in 1379. De familienaam verandert in de loop der tijden; in 1403 is eigenaar Johan ter Cluse, erfgenaam van zijn vader Claes Ter Clusen geheyten Reyneringh. Johan ter Cluse, de laatste mannelijke spruit van zijn geslacht, is waarschijnlijk in krijgsdienst en wordt vermist, zodat zijn zuster Catrin met het goed wordt beleend in 1520 en het voor hem beheert "Ende so heeren Sweer van Kervenheim, canonick, eenen pol, gelegen op de Birckel, geheiten die Cluse, overgegeven ende gegunt heeft te betimmeren...." De bouwmaterialen mocht hij gratis weghalen op Den Wildenborch onder Vorden en die werden hem geschonken door hertog Karel van Gelre, wiens vertrouweling hij was. Van Kervenheim doet De Cloese in 1536 over aan Karel van Gelre, die het goed ruilt met Derck van Keppel tegen de Cannenburg te Vaassen. Op deze manier had Derck drie aaneengesloten landgoederen in zijn bezit, Verwolde, Ampsen en De Cloese. Wanneer de laatste Van Keppel in 1602 de ogen voor eeuwig sluit, ontstaat er een menigte problemen, die pas worden opgelost wanneer Herman Schimmelpenninck van der Oye in 1637 de gehele failliete boel opkoopt. Hij of zijn opvolgers hebben het huis laten opknappen of uitbreiden tot het huis dat Jan de Beyer in 1743 tekent. In 1745 verkopen de erven Schimmelpenninck van der Oye het goed aan Frans Jan van Heeckeren tot Enghuizen, landdrost van het graafschap Zutphen. Lodewijk van Heeckeren, eigenaar in het laatst van de achttiende eeuw, laat het huis verbouwen tot een rechthoekig, neo-classicistisch blok, ongetwijfeld daartoe in staat gesteld door het vermogen van zijn echtgenote Jacoba Catharina Petronella Du Tour, telg uit een rijke fabrikantenfamilie. Lodewijk verkoopt in 1828 de Cloese met de inmiddels daarbij behorende voormalige havezaten Karssenberg, Langen en Diepenbroek aan Mr. Arnold Henry Peter Hubert, kinderloze weduwnaar vaan Geertruida Wijnanda Thin van Keulen. Die laat zijn bezit in 1854 na aan zijn achternichtje Maria Anna Cornelia van Harlingen, toen 14 jaar oud. Tien jaar later huwde zij haar volle neef Mr.Cornelis Jacob Sickesz en het is dit echtpaar dat de Cloese zijn huidige uiterlijk gegeven heeft. In 1886 lieten zij het huis verbouwen en uitbreiden in neorenaissancestijl door de architect Nicolaas Molenaar. Mr.Cornelis Jacob Sickesz was burgemeester van het nabij gelegen dorpje Laren (18 juli 1864- 1 juli 1877) Na hun dood werd het landgoed in 1907 in percelen verkocht en viel uiteen. Het huisperceel met enige grond kwam in bezit van het echtpaar Bierum Oosting-van Harinxma thoe Slooten. In 1928 kwam het geheel in handen van ene Johannes Sickesz, mede-eigenaar van de N.V. Cacao- en chcoladefabriek Gebr. Sickesz in Amsterdam. Zijn weduwe liet de bezittingen in 1937 veilen. Het goed werd verworven door speculanten die De Cloese weer doorverkochten aan de N.V. Nederlandsche Handel-Maatschappij. Een plan voor een vakantie- en conferentieoord ging niet door, waarna het het landgoed in 1948 en 1953 opnieuw in de verkoop ging. In 1959 kwam het tenslotte in handen van de Politieopleidingsschool Noord-oost-Nederland die naast en achter het huis een groot instituut liet bouwen. Deze aanbouw bederfde het aanblik van het huis in zijn geheel en is gelukkig afgebroken. In 2003 werd De Cloese weer te koop gezet waarna deze in handen kwam van een projectontwikkelaar die in het huis verschillende woningen zal realiseren. Van het landgoed dat ooit ongeveer 395 hectare groot was, resteren sinds de publieke verkoop in 1907 nog zo'n 6 hectare bij het huis. In 2006 is er een poging gedaan door om De Cloese op de Rijksmonumentenlijst te zetten, helaas werd dit afgewezen daar de commissie van mening was dat |
Eigenaar/Bewoners |
projectontwikkelaar Van Wijnen en woningbouwvereniging Viverion |
Huidige doeleinden |
In het huis zijn verschillende woningen gerealiseerd |
Toegankelijk |
Huis en tuin zijn niet toegankelijk |
Foto's |
|
Bronnen |
Jan Harenberg - "Eens bolwerk van de
adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers" Kastelen in Gelderland (Jan Harenberg, blz 298-299) |