Kieftskamp (Vorden)

Op deze pagina vindt u informatie over Ampsen.

Ligging

Aan de Lindeseweg 6 te Vorden

Ontstaan

In 1626 is het eigendom van Johan Kosman

Geschiedenis

De Kieftskamp of Kieftenkamp, is een betrekkelijk jong landhuis, indien men een huis uit 1776 "jong" zou willen noemen.
Oorspronkelijk was de Kieftskamp een zelfstandig goed, in 1626 eigendom van Johan Kosman, die echter niet in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen en het goed komt in 1634 aan zijn zuster en zwager, het echtpaar Elsinck-Kosman, zijn schuldeisers. Maar die verkopen het binnen een jaar aan Dr. Gualtherus Schutten, die in 1633 eigenaar geworden was van het ernaast gelegen goed Wachelink, dat hij kocht van Jacob Ripperda tot Farmsum.
Veel plezier heeft Schutten niet aan zijn aankopen beleefd, al in 1636 komt hij te overlijden. Zijn zoon en schoondochter breiden het bezit nog uit; hun kinderen houden de boel in onverdeelde staat aan, maar besluiten in 1743 tot verkoop aan Gerrit Ravenschot, gehuwd met Julia Hecking, die het gekocht heeft voor belegging. We zagen hem al op Kamphuizen en de Wientjesvoort, door hem met hetzelfde doel aangekocht. Hun dochter Isabella Geertruid huwde in 1758 met Johan Hendrik Brass en tien jaar later erft zij onder meer Kieftskamp en Wachelink van haar ouders. Brass is een uiterst kundig man, rentmeester van o.a. het uitgebreide bezit van Maurits Ripperda, heer van Vorden. Dat zijn werk daar gewaardeerd werd, blijkt uit het legaat van ƒ 3000,- dat Anna Maria Dorothea van Lintelo, douairière M.C.G.W. Ripperda naliet "an mijn rentmeister Brasss voor zijn trouwe dienst in zoo veele jaaren dat hij bij mijn man zaaliger en mij gewoont heeft".
Brass is ook rentmeester van Verwolde in het Gelderse Laren en heeft nog vele andere functies. In het jaar van zijn huwelijk wordt hij ontvanger der verpondingen in Almen en Gorssel. Een maand na de huwelijksvoltrekking laat zijn schoonvader Gerrit Ravenschot op 24 oktober 1758 zijn bezittingen taxeren door de Vordense notaris J. Gallée. Na deze taxatie wordt aan Johan Brass gevraagd de administratie van het hele complex voor zijn schoonouders op zich te nemen. Op beide goederen stond een pas gebouwd of herbouwd huis. Brass had al vóór die tijd diverse stukken grond ter uitbreiding gekocht en wetende dat hij na de dood van zijn schoonouders in het bezit zal komen van het hele landgoed begint hij successievelijk nog meer aankopen te doen van grond in de onmiddellijke omgeving. Zo koopt hij o.a. het Waarle aan dat ten noordoosten aansluit bij het Wachelink, de Kieftskamp en het Nyenhuis. Wanneer zijn schoonouders in 1768 overlijden, is Brass dan ook heer en meester van een behoorlijk omvangrijk goed. Hij breidt het nog uit met het Roerdinkhofje dat aan het Waarle grenst, het Norden en de Nyerve. Toen vond het echtpaar Brass-Ravenschot kennelijk de tijd gekomen om een passende behuizing op de Kieftskamp te laten zetten en in 1776 wordt het tegenwoordige huis gebouwd, waarschijnlijk naar plannen van de militaire ingenieur Jan Hubert van den Heuvel, een familielid van de opdrachtgevers. Als bouwjaar wordt 1776 aangehouden aangezien dit jaartal gegraveerd was in de klok van het klokketorentje op het dak van het huis. Helaas werd deze klok tijdens de Duitse bezetting van Nederland gevorderd en is daardoor voor altijd verloren gegaan. Er stond op: I.F. Bagge me fecit Horna A°1776 (I.F. Bagge heeft mij gemaakt Hoorn Anno 1776).
De belangrijkste positie die Brass met de bouw van zijn landhuis nu in zijn woonplaats heeft verworven, onderstreept hij met het kopen van een bank in de kerk van Vorden. Brass, hoewel vermoedelijk wel gesteld op status, heeft toch blijkbaar geen behoefte gevoeld om zijn grondbezit een indrukwekkend landhuis neer te zetten. Hij koos voor een harmonisch, vriendelijk gebouw dat paste in de omgeving.
Brass overleed in 1792, zijn echtgenote in 1801. Het zal wel de bedoeling van het echtpaar geweest zijn het goed na te laten aan de enige zoon Gerhard Diederik. Deze was ontvanger der verpondingen te Vorden, een functie die hij gemakkelijk vanuit de Kieftskamp zou kunnen uitoefenen. Gerhard Diederik overleed echter al een jaar na de dood van zijn moeder. Hij was toen 41 en ongehuwd. Twee van zijn zusters waren eveneens gestorven, alleen de jongste, Elisabeth Antonia, gehuwd in 1786 met Hendrik Jan Raedt leefde nog. Zij erfde het goed en wilde het ook graag in stand houden, het uitbreiden en het bevrijden van eventuele er nog op rustende lasten. In 1825 kwamen o.a. delen van markegronden in de buurschappen Lande, Mossel en Delden bij. Ook kocht Elisabeth nog drie stukken hei aan in het Wachelinkse veld. Zij bewoonde de Kieftskamp niet, maar verhuurde het huis. Als zij in 1835 de ogen voor eeuwig sluit, is geen van haar kinderen genegen om het goed uit de boedel te nemen en zo wordt besloten tot publieke verkoop. Koper van het grootste deel, met uitzondering van het Wachelink, wordt jhr. Carel Jan Julius Storm van 's Gravensande, die ook al Den Bramel in zijn bezit had.
Hij liet in 1853 de Kieftskamp na aan zijn zoon Jacob Jan Julius. en die liet het landgoed weer na aan zijn zoon Jean Louis, die er overigens niet woonde. Hij verkocht het in 1919 aan mevrouw T.M.A. del Court van Krimpen, echtgenote van ritmeester W.A. van den Wall Bake.
De nieuwe eigenaars zullen het huis aan de kleine kant gevonden hebben. Hoewel het vijf ramen breed was, was het toch maar zo'n kamer diep. In 1920 werd een aanbouw aan de achterzijde gerealiseerd; tien jaar later volgden de uitspringende vertrekken aan de achterzijde. Deze uitbreidingen werden uitgevoerd in dezelfde stijl als het oorspronkelijke huis, slechts aan de verschillende kleuren baksteen zijn de afzonderlijke gedeelten herkenbaar.
Jean Louis Storm van 's Gravensande heeft de Kieftskamp die vierentachtig jaar aan zijn familie had behoord, niet geheel zonder hartzeer verkocht. Hoewel hij er zelf niet woonde, was hij er desondanks aan gehecht. Omdat hij echter aannam dat geen nakomelingen van hem het huis zouden betrekken en om te voorkomen dat het landgoed en huis aan verwaarlozing zouden komen bloot te staan heeft hij uiteindelijk het besluit genomen de Kieftskamp over te dragen. Als blijk van vertrouwen in de nieuwe eigenaresse schonk hij deze een gevelsteen, waar in een door hem zelf ontworpen schoonschrift de naam van het huis is ingegrift. Deze steen is aangebracht boven de voordeur. Kiefskamp staat er, geschreven dus zonder t. Dit, omdat de bewoners zelf altijd spraken over 't Kiefskamp.
In 1975 verkochten de Wall Bake's het landgoed aan de huidige eigenaresse, de Stichting "Het Geldersch Landschap". Het huis wordt verhuurd, de rest van het landgoed is vrij toegankelijk.
De terreinen grenzen aan die van het landgoed Vorden, het landgoed is eveneens een bezit van de stichting.

Eigenaar/Bewoners

Stichting Geldersch Landschap

Huidige doeleinden

Het wordt verhuurd voor bewoning

Toegankelijk

Landgoed is vrij toegankelijk, huis en direct omgeving niet
Foto's
Bronnen Jan Harenberg - "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers"
Annet Tengbergen - "De Acht Kastelen Van Vorden"

Dit kasteel is in beheer bij: