't Enserinck (Vorden)

Op deze pagina vindt u informatie over 't Enserinck.

Ligging

Aan de Almenseweg 60 te Vorden

Ontstaan

Eerste steen gelegd in 1836

Geschiedenis

Recht tegenover Den Bramel, aan de rechterzijde van de weg van Vorden naar Almen, vinden we het landgoed Enserinck, dat ontstaan is uit een boerderij, zoals dat vaak zo het geval is.
Het curieuze van het landgoed is gelegen in het feit dat er twee landhuizen Enserinck zijn.
De oprijlaan afrijdende ontwaart men aan de linkerzijde eerst het grote, nieuwere landhuis en dan iets verderop een witte herenboerderij, of beter gezegd, een boerderij met landheerskamer. Van dit type huis hebben er tamelijk veel in de omgeving van Zutphen gestaan, maar het overgrote deel is inmiddels verdwenen. Of ze werden vervangen door een groter buitenhuis, of de landheerskamer of lanterskamer verdween wanneer het later huis uitsluitend als boerderij werd gebruikt.
Aanvankelijk zijn de eigenaren afkomstig uit het Zutphense stedelijke patriciaat en de eerste die in het leenregister wordt genoemd is Mechtelt, de weduwe van Andries Kreynck en wel in 1378. Uit zijn geslacht raakt het goed, wanneer een andere Mechtelt, gehuwd met Herman van Meeckeren, er in 1426 mee beleend wordt. Lang behoudt zij het goed niet, want dat draagt zij in 1438 over aan Jutte Yseren, die het in 1453 transporteert op haar tantezegger Alfert Yseren. Die moet stokoud geworden zijn, want hij wordt eerst in 1506 door zijn zoon Aelt opgevolgd. Aelt is al in 1513 overleden, daar dan zijn dochter Walburg eigenares is, die door huwelijk met Johan van Voorthuysen voor even een ander geslacht op 't Enserinck brengt, want hun dochter Bele wordt in 1569 beleend en die laat het goed in 1600 na aan haar dochter Sibille uit haar huwelijk met Evert van der Capellen.
Sibille was de echtgenote van haar neef Johan van Voorthuysen en zij laat op haar beurt het goed in 1635 na aan haar dochter Gerhardina, gehuwd met Reynt ter Bruggen.
Zij hebben een dochter Sibille gehad, echtgenote van Jan Swaefken, maar die erfde het goed niet, want in 1665 werd Willem Vehr tot den Bramel ermee beleend "gelijk hem hetselve bij erfenisse was aengecomen".
Willem was een familielid in de zevende graad en door zijn echtgenote Anna Boll van Lunenburg overigens een vijfdegraads aanverwant. Samen bezaten zij behalve 't Enserick, verder Den Bramel en de boerderij Hoenekink te Warnsveld. Vehr moet behoorlijk in de nesten gezeten hebben, want op de dag van belening belast hij alle goederen met een bedrag van ƒ 20.000,-, een fortuin in die tijd. Hij is niet in staat geweest om aan zijn geldelijke verplichtingen te voldoen en zo gaan de twee laatste goederen over aan de geldschieter, Johan van Hasselt, terwijl er met 't Enserinck iets vreemds gebeurt. Daarmee wordt in 1690 beleend Anna Maria Swaefken, echtgenote van Philippe de Smeth en dochter van het echtpaar Swaefken-ter Bruggen. De hypotheek werd eerst in 1705 afgelost, maar al in 1702 was het goed verkocht aan Frederik Amptinck.
Dan verandert 't Enserinck meerdere malen van eigenaar, te beginnen met Herman Egum, die uit zijn huwelijk met Johanna Steenman negen kinderen had, waarvan slechts vier dochters volwassen staat bereikten. De oudste twee daarvan, Henriette Maria, gehuwd met Ds. Willem van Doreslaer, en Johanna, echtgenote van Mr. Martinus de Leeuw van Coolwijck, zullen wij als eigenaressen van 't Enserinck tegenkomen.
Dochter Elisabeth van Doreslaer huwde in 1765 Mr. Rudolph Jan Staring en een jaar later deed zoon Mr. Abraham de Leeuw van Coolwijck zijn aandeel over aan Staring. Die was in dat jaar namelijk eigenaar geworden doordat zijn echtgenote en zoontje allebei overleden waren. Hij liet een bescheiden herenhuis tegen de boerderij op het goed zetten, dat als zomerverblijf gebruikt werd. Zijn enige kind, Anna Aleida, trouwde met Mr. Everhard Alexander Verhuell en bracht het goed alzo in een ander geslacht.
Hun kinderen verkochten het landgoed in 1829 aan het echtpaar Harmsen-Hesselink, die het op speculatie kochten en het toen nogal gemaltraiteerde goed in 1835 overdeden aan Jhr. Constantin Arnaud Ernest Adrien van Panhuys, gehuwd met Charlotte Everdina Winanda Staring, dochter van de bekende dichter van Den Wildenborch. Zij hebben de oude landheerskamer waarschijnlijk te nederig gevonden, niet representatief en zij hebben in 1836 het huidige landhuis laten bouwen.
Ter gelegenheid van de ingebruikneming van dit nieuwe huis maakte schoonvader Staring een gedicht van maar liefst 10 coupletten, waarin hij dit statige huis in alle toonaarden bezong, maar waarin hij ook blijk gaf van zijn bezorgdheid over de kostbare bouw. En die bezorgdheid was niet onterecht! Op den duur is 't Enserinck de financiële draagkracht van Van Panhuys te boven gegaan en in 1859 nam men het besluit om het landgoed publiekelijk te verkopen. Koper werd Mr. Wilt Adriaan Wilbrenninck, die zich echter al in 1875 weer van het goed ontdeed, waarna de eigenaar van Den Bramel, Jhr. Imilius Frederik Storm van 's Gravesande zich over het landgoed ontfermde.
Zijn dochter Jkvr. Johanna Bertha liet het in 1897 in percelen veilen. Wihelm Julius Thate, in datzelfde jaar eigenaar van Den Bramel geworden, kocht een aantal percelen, maar het huis met naaste omgeving viel in handen van een combinatie premiejagers, die er, zoals dat heet, "aan bleef hangen", maar het in 1899 alsnog aan de heer Thate konden overdoen.
In 1916 kocht Jhr. Matthias Margarethus van Asch van Wijck het huis van hem, maar deed het een jaar later al weer over aan een Baarnse kolenhandelaar, die het in 1919 verkocht aan Jhr.Mr. Frank Karel van Lennep. Die overleed in 1928; zijn echtgenote Henriette Constance Adèle Labouchère in 1935 en zijn kinderen erfden 't Enserinck. Dat waren Willem Frederik, gehuwd met Cécile Marie Roosmaale Nepveu; Sylvia Auguste, echtgenote van Godfried Hendrik Leonard baron van Wassenaer, en Eric Norman, die Isabella Mayo Cameron tot levensgezellin gekozen had.
Het landgoed is door de erven Van Lennep als het ware uitgepond. Het herenhuis werd in 1986 verkocht aan Ewout Bramer, die de houten opbouw van de voorgevel verving door een minder passende en het vervolgens enige jaren geleden verkocht aan de huidige eigenaar Mr. A.C.J. Viersen. Een deel van het oude huis, door Van Panhuys verbouwd tot koetshuis, werd in 1990 verkocht aan Pieter Tuyn, echtgenoot van Isoud Elaine Borel Best. Het andere gedeelte werd later eigendom van de vroegere pachter W.D. Breuker en het restant van het landgoed, circa 20 hectare bosgrond en weiland, werd gekocht door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland.

Eigenaar/Bewoners

Het "nieuwe" Enserinck wordt bewoont door Mr. A.C.J. Viersen

Huidige doeleinden

Privé bewoning

Toegankelijk

Landgoed is overdag toegankelijke, huis en direct omgeving zijn niet toegankelijk
Foto's
Bronnen Jan Harenberg -  "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers"