Het Velde (Warnsveld)
Op deze pagina vindt u informatie over Het Velde.
Ligging |
Aan de Rijksstraatweg 127 te Warnsveld |
Ontstaan |
De oudste vermelding dateert uit 1326 |
Geschiedenis |
Voor het eerst is er sprake van "'t goet
ten Velde" in 1326 en dan is bezitter Hendrik van Suderaes, een man
van wie verder niets bekend is. Een halve eeuw later, in 1378, lezen we
dat "Lutgert, Jacob Lernix wijf, heeft ontfangen tgoet ten Velde,
gelegen in den kerspel to Warnsvelde" en dan weten we al wat meer.
Lutgert, die van zichzelf een Kreynck was, en haar man Jacob Lerinck,
behoren tot het Zutphense stedelijk patriciaat. Of zij van adel waren,
is niet duidelijk, maar een feit is dat de Graafschapse adel geen enkele
moeite had om dat patriciaat als hun gelijke te beschouwen. Huwelijken
over en weer waren geen uitzondering. Willem Lerinck, die een record op zijn naam heeft staan door maar liefst 52 jaar schepen en raad van Zutphen te zijn geweest, is de laatste mannelijke van zijn geslacht op 't Velde en na zijn dood in 1516 wordt zijn zuster Catharina, echtgenote van Henrick Bentinck, eigenares. En bij de Bentinck's is Johanna de laatste en zij wordt in 1597 beleend. Geld blijkt schaars te zijn geweest, want haar kinderen uit haar huwelijk met Goswijn van Lawick aanvaarden de erfenis niet zonder meer en besluiten in 1646 tot verkoop aan Theodora van Sallant, weduwe van Dirck van Keppel van de Voorst. Hendrick Schimmelpenninck van der Oye wordt in 1662 eigenaar maar ook nu weer blijkt geld een zeldzaam artikel, want zijn schuldeiser Robbert van Heeckeren doet 't Velde over aan Arnold Joost van Keppel, die het goed kocht ter vergroting van zijn havezate De Voorst. Het huis liet hij moderniseren en aan de westzijde met een kamer vergroten en hij bestemde het tot woning van zijn moeder, Reiniera Anna Geertruid van Keppel-van Lintelo (1640-1700). William Anne van Keppel, tweede graaf van Albemarle houdt in 1745 uitverkoop van zijn vaderlijk erfgoed en verkoopt 't Velde aan Jan Adolph Hendrik Sigismund van Dorth. In de zomer van 1748 huisvestte het kasteel gedurende korte tijd een ex-koning, namelijk Theodor baron von Neuhoff, die in 1736 door de opstandige Corsicanen tot koning was uitgeroepen, maar verdreven was. Van Dorth, die de weinig liefdevolle bijnaam "de gevleesde duivel" had, was de vader van de bekende freule Judith van Dorth, die in 1799 werd terechtgesteld wegens Oranje-sympatieën. Door hun schuldeisers werd het kasteel in 1801 verkocht aan Anna Aleida Bouwer, douairière Jacob Derk Burchard van Heeckeren. Haar broer en erfgenaam verkocht het in 1816 aan Mr. Lodewijk van Nispen, die er acht jaar later genoeg van had en alles overdeed aan Mr. Johannes Alexander van Dijk. Onder de familie Van Dijk, later Van Dijk van 't Velde, werd het huis, dat in oorsprong uit de zestiende eeuw dateert met een oudere kern, nogmaals gemoderniseerd, welke veranderingen voor een groot deel weer teniet gedaan zijn bij de restauratie in de jaren 1962-64. Wel werd de pleisterlaag bij die gelegenheid verwijderd, maar het huis werd gesausd vanwege het fraaie effect tegen het groen. In 1959 verkochten Jaco Nicolaas Louis en Jan Godfried Carel van Dijk van 't Velde het huis en het resterende landgoed aan de Stichting Het Geldersch Landschap. Het kasteel biedt huisvesting aan de politieacademie. |
Eigenaar/Bewoners |
Landgoed en huis zijn in beheer bij Stichting Het Geldersch Landschap |
Huidige doeleinden |
Het huis 't Velde is in gebruik als politieacademie en niet regulier opengesteld, het koetshuis is een hotel. De herinneringstuin, die achter het koetshuis ligt, en het park zijn wel toegankelijk voor het publiek. |
Toegankelijk |
Tuin en park zijn toegankelijk voor het publiek. Huis 't Veld is vaak geopend op de nationale monumentendagen. |
Foto's |
|
Bronnen |
Jan Harenberg - "Eens bolwerk van de
adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers" Jorien Jas - "Kastelen in Gelderland" p.540-542 |