Landfort (Mechelen)
Op deze pagina vindt u informatie over Aalst.
Ligging |
Rechts van de weg Gendringen richting Anholt |
Ontstaan |
Het huis wordt voor het eerst vermeld in 1434 |
Geschiedenis |
Ver van het
drukke verkeer ligt weggedoken aan de grens met Duitsland aan de Oude
IJssel bij Gendringen een der fraaiste negentiende-eeuwse huizen van
Gelderland. 't Is Landfort, of Lanckvoort, zoals het in vroegere tijden
genoemd werd. Johan en Reynolt van Aeswyn verkopen in 1434 ieder hun deel van het goed aan hun leenheer, Derick van Bronckhorst, heer van Anholt en Batenburg. Derick's zoon Gisbert beleent in 1462 Johan Greve met het goed "umb sunderling getreuer dienste willen". Ook Johan Greve blijft niet lang bezitter, want al in 1488 blijkt Adolf van Ulft beleend te zijn met het goed. Na zijn dood ontstaan allerlei verwikkelingen omtrent zijn nalatenschap, die in 1581 nog niet zijn opgelost, als de laatste van de familie Van Ulft, Wendela en Elisabeth, overleden zijn. Frans van Hoen, een aangetrouwd familielid, wordt in 1585 beleend, maar ook hij krijgt met heel wat problemen te maken en in 1646 verkopen de erven Hoen het goed aan Willem Cortens, terwijl Henrich van Geismar nog schuldeiser is. Corten krijgt zijn financiën niet rond en Pieter van Geismar, die dan het goed aan zich trekt, verkoopt het in 1655 uit geldgebrek aan Johan von Portman, maar eerst in 1678 wordt Johan Wilhelm van Portman beleend. Ook de Van Portman's zaten krap bij kas en in 1713 wordt één der schuldeisers, Henrica Huygen, met Landfort beleend en de erven van haar broer slagen er in 1733 in om het goed te verkopen aan Elisabeth Sophia rijksgravin von Schwerin, douairière baron von Strünkede von Dorneburg, die het op haar beurt nalaat aan haar zoon Sigismund. Die leeft ook op te grote voet en na zijn overlijden in 1749 kunnen zijn erfgenamen de schuldenberg alleen maar slechten, door de hele zaak over te dragen aan Johan Gerhard Fischer, één van hun schuldeisers. Die verkoopt alles meteen door aan Conraad de Groot, die overigens ook een hypotheek moest opnemen. In 1751 werd hij met het goed beleend, maar al in 1753 werd naast hem beleend Claude Anton Henrich de La Lane de Duthay. Ook hier kunnen we geldproblemen vermoeden, want schulden en processen blijven niet uit. Dan wisselt Landfort in snel tempo van eigenaar, bij elkaar zo'n tien maal, totdat in 1802 de toenmalige huurder, Gerrit Willem von Mottmana, eigenaar wordt. Hij gebruikt het kasteel uitsluitend als zomerverblijf en overlijdt hier in 1823. Een achttiende-eeuwse tekening toont ons een rijzig gebouw op rechthoekige plattegrond met vier uitgekraagde hoektorentjes, gelegen in een gracht. Hoe de staat van onderhoud na al die bezitswisselingen was, laat zich alleen maar raden. In 1823 werd landfort gekocht door Dr. Johann Albert Luyken voor zijn zuster Christina Margaetha, weduwe van Bernhard Hendrik Daniël Waltmann. Zij liet het huis in de huidige staat brengen door architect J.T.Übbing, die de gracht liet dempen en het huis met twee kwartcirkelvormige vleugels uitbreidde. Mevrouw Waltmann liet Landfort na aan haar eerder genoemde broer. Diens nazaten verkochten het landgoed in 1970 aan de Stichting "Het Geldersch Lanschap", de huidige eigenares. In 1998 verwierf de Stichting Rhijngeest het huis in erfpacht, zij zorgde voor een complete restauratie van het interieur. Architect Barend Coublis van Beek ging het na restauratie bewonen. In 2006 heeft de Stichting Rhijngeest het huis verkocht aan de heer Peter Rutten die het privé bewoont. Tevens resideert het bedrijf Landfort Living hier. |
Eigenaar/Bewoners |
Sinds 2006 wordt het huis bewoont door dhr. Peter Rutten, Landgoed is in beheer bij Geldersch Landschap |
Huidige doeleinden |
Privé bewoning |
Toegankelijk |
Landgoed toegankelijk, het huis en directe omgeving zijn niet toegankelijk voor het publiek. |
Foto's |
|
Bronnen |
Jan Harenberg -
"Eens bolwerk van de adel, kastelen en
landhuizen in de Achterhoek en Liemers" Ciska van der Genugten - "Kastelen in Gelderland" blz. 338-390 (2013) Website Landgoed Landfort |