Enghuizen (Hummelo)

Op deze pagina vindt u informatie over Enghuizen.

Ligging

Bij Kasteellaan 1 te Hummelo

Ontstaan

Een vermelding vinden we in 1326 met als bezitter Evert van Enghusen

Geschiedenis

Een vergissing is snel gemaakt met Enghuizen. Iets ten noorden van de weg van Hummelo naar Zutphen zien we rechts een langgerekt gebouw, bewoond door de eigenaar, en men is gauw geneigd om hierin een klein kasteel te zien. Dit is echter het tuinhuis, de voormalige oranjerie, ingericht tot woonhuis.
Evert van Enghusen is in 1326 bezitter van "'t Goet te groten Engehuse" en zijn nageslacht zal nog geruime tijd eigenaar blijven. Enghuisen was destijds een Zutphens zadelleen, wat in hield dat er elk jaar een gezadeld paard aan de graaf, later de hertog moest worden geleverd.
In 1483 overleed ene Jacob kinderloos en zijn tante Margriet is, "Professide suster van Merriengrave binnen Doesburch, erve haeres vader ende broeders Gerrit Palix ende sijns soons Jacobs van Enghusen". Margriet zat dus in het klooster, en samen met genoemd klooster verkoopt zij Enghuizen in 1488 aan Seger van Voorst.
Seger van Voorst was afkomstig van Keppel en dus met recht een streekgenoot. Hij heette eigenlijk Van Heeckeren, maar zijn tak noemde zich naar haar erfgoed Van Rechteren gezegd Voorst. De Van Voorsten bleven katholiek en Seyger week uit naar Emmerik, toen Zutphen de Staatse zijde koos. Kort voor zijn dood in 1598 moet hij teruggekeerd zijn Hummelo, waar hij zijn kasteel verwoest aantrof. Zijn zoon Sweder had reeds in 1600 de zijde van de Spaanse koning gekozen, die hem overlaadde met eerbewijzen. Hierdoor maakte hij zich onmogelijk in de Republiek en in 1619 verkocht hij zijn bezit aan zijn zwager Franco van Swieten, wiens kleinzoon Johan Otto Enghuizen in 1636 overdeed aan Everhart van Heeckeren, in wiens nageslacht het goed tot 1923 zal blijven.
Het middeleeuwse kasteel moet op het eilandje in de vijver gestaan hebben, waar nu het "Jagershuis" staat. In het begin van de achttiende eeuw werd het vervangen door een landhuis met kwartcirkelvormig gebogen zijvleugels. Dit huis viel kennelijk niet in de smaak bij Hendrik Jacob Carel Johan van Heeckeren, die in 1831 eigenaar van Enghuizen werd. Zijn broer ontmoeten we reeds op het Regelink te Hengelo, u weet wel, de man die beneden zijn stand trouwde met een niet-adellijke dame. Maar ook Hendrik J.C.J. trouwde niet in de adelstand. Zijn bruid was Elisa(beth) Williams Hope, die echter wel een hele schuit met geld meebracht. Van Heeckeren had in 1821 al het huis Sonsbeek in Arnhem verworven en van dat geld verrees een geheel nieuw huis is Italiaanse palazzo-stijl. Het oude huis werd gesloopt en een nog groter en indrukwekkender huis werd iets ten zuiden van het oude opgetrokken, de bouw duurde van 1835 tot 1842. Kosten nog moeite werden gespaard.
Jacobus Craandijk schreef in 1880;
"'t Is een groot, vierkant gebouw, in Italiaanschen stijl, van rooden baksteen met zandsteenen onderpui, pilasters en lijsten. De hoofdingang is in het park tegenover den grooten vijver, onder een balkon, door zes statige zuilen gedragen, langs een langzaam glooijend terras, dat door rijtuigen kan bereden worden. Aan beide zijden van dezen fraaijen oprit staan colossale steenen leeuwen en langs de kanten prijkt een keur van bloemen. Vijf openslaande glasdeuren, op het terras uitkomende, leiden naar de ruime, schoone vestibule, waaromheen de benedenkamers liggen en waaruit een kostbare mahoniehouten trap naar de bovenverdieping voert. In de vestibule vinden wij eenige belangrijke kunstwerken. Van den beeldhouwer Strackée is er een uitnemend kunstig en smaakvol gesneden tafel en leuningstoel, van den tronk van een' zwaren eik vervaardigd, vol geestige dierenfiguren, takken, bladeren en ranken. Zeer verdienstelijke proeven van houtsnijkunst leverde ook de heer Teunissen uit Zevenaar, van wien wij een wedren en een' zwijnenjagt aantreffen, voortreffelijk van vorm en uitvoering, en de bloemvazen van den heer Leverman uit Doesburg, die ook de leeuwen bij het terras heeft ontworpen, bekleeden er met eere hun plaats, nevens een zeer schoone marmeren Amor en Psyche . Achter de vestibule ligt de groote zaal, verlicht door een vijftal ramen in den achtergevel naar de zijde van het dorp, insgelijks onder een deftig balkon en uitkomende op een terras, van waar het oog de groote weide achter het huis, den Zutphenschen weg, de akkers en bouwlanden, den Hummelschen kerktoren en molen, van verre de Keppelsche bosschen en meer nabij de pastorie aan de eikenlaan en de boerderijen in het veld overziet. Boven den schoorsteenmantel is hier, in plaats van een' spiegel, een groote spiegelruit aangebragt, waardoor een treffend schoon gezigt door de vestibule op den vijver en in een lange laan daarachter is geopend. Schilderijen, marmeren tafels, mozaïkwerk en pronkstukken van gesneden hout versieren de zaal. De overige vertrekken van de bel-étage en van de bovenverdieping zijn allen ruim en vierkant, vooral de bovenzaal is een schoone kamer, maar wij ontmoeten er verder geen belangrijke voorwerpen. Aan alle zijden is het uitzigt heerlijk in het park en op de velden en weiden van het dorp. Het ruime onderhuis met zijn' langen dwarsgang bevat natuurlijk de noodige keukens, kelders en dienstbodenvertrekken, en het geheel vormt inderdaad een vorstelijke woning, wier wedergade althans in den tijd der stichting in ons land niet werd gevonden."

Veel geluk heeft de familie daarna niet meer gekend. Van de vier kinderen die het echtpaar kreeg, overleden er drie op jeugdige leeftijd. Lodewijk Evert, de jongste zoon, werd opgenomen in een psychiatrische inrichting waar hij in 1883 overleed. Zijn zoon en erfgenaam Hendrik Jacob Carel Johan Walraven, stond onder curatele en overleed ongehuwd in 1923. Zijn oomzegster Marguérite Chritine barones van Heeckeren, echtgenote van Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg, erfde Enghuizen en Beverweerd, dat ook tot het bezit hoorde. Hun kleinzoon Adolf Roderik Ernst Leopold van Rechteren Limpurg, gehuwd met Ingrid Pieksma, was in 1999  eigenaar. Zij overleed in 2008.
Het Italiaanse palazzo bestaat niet meer. Ondanks de overleving na een zwaar bombardement in maart 1945, er was alleen glas- en houtschade, viel het huis later ten prooi aan de vlammen. Canadese soldaten zijn waarschijnlijk op onzorgvuldige wijze bezig geweest met vuur waardoor het kasteel in brand geraakte. De kosten van wederopbouw waren zo hoog dat men besloten heeft het kasteel niet meer op te bouwen en in 1948 werden de restanten tenslotte afgebroken. Het enige dat nu nog resteert zijn de fundamenten met de kelders, de bijgebouwen en het Jagershuis dat op de oude kasteelplaats staat.

Eigenaar/Bewoners

Familie Van Rechteren Limpurg

Huidige doeleinden

Privé bewoning

Toegankelijk

Landgoed is overdag vrij toegankelijk, huis en direct omgeving niet
Foto's
Bronnen Jan Harenberg -  "Eens bolwerk van de adel, kastelen en landhuizen in de Achterhoek en Liemers" (1999)
Jacobus Craandijk -  Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 5 (1880)
Hummelo in de Tweede Wereldoorlog