Beerenclaauw (Groessen)
Op deze pagina vindt u
informatie over Beerenclauw.
Ligging |
Ten noorden van Rijswijk in Groessen, rechts van de spoorlijn Arnhem - Zevenaar. (Beerenclaauwstraat 8) |
Ontstaan |
Een vermelding van het goed vinden we bij een grondtransactie uit 1391. |
Geschiedenis |
De oude naam van
dit goed luidde Berenklau, welke naam zich niet laat verklaren. Uit de
vermelding van de grondtransactie uit 1391 kunnen we vaststellen dat
deze plek dus al bewoond was voor die tijd. In 1665 behoorde deze
havezate aan Frederick Klock, lid van een zeer uitgebreid Liemerse
riddermatige familie.. Een weduwe (von) Cloeck kreeg de Beerenclaauw in
1738 door erfenis van de ouders van haar man. Het landgoed werd derhalve
op 17 mei 1738 getaxeerd voor 3175 rijksdaalders De Cloeck's van de Berenclaauw leidden het rustige leven van een landedelman en traden weinig op de voorgrond; één van de redenen waarom er zo weinig van dit huis bekend is. Wel duidelijk is dat de Berenclaauw vroeger, niet groot maar een aanzienlijke bezitting was. Ten tijde van de familie (von) Cloeck werd het landgoed als volgt beschreven;" slechts 11 morgen (Gelderse morgen= 0,86 hectare) 491 roeden (Rijnlandse roede= 14,19m²). De jachtgerechtigheid in de Lymers met een grafkelder te Groessen in de kerk behoorden bij het huis". Lang zijn de Cloeck's eigenaar geweest, maar na tenminste twaalf generaties besluiten de broers Frederik Jan en Andries tot verkoop en in 1752 worden de Kleefse "Zollbeseher" Von Leeuwen en Von Elsbruch eigenaar, die het mogelijk op speculatie hebben gekocht. Twintig jaar later, op 9 augustus 1772, verkopen zij het goed aan Antonius Cornelius Simon Xaverius van Hugenpoth tot Aerdt, gehuwd met Henrietta van Hövell, die de stamvader werd van de tak Van Hugenpoth tot den Beerenclaauw. Uit de koopakte kan men zien, dat niet alleen het goed de Beerenclaauw verkocht werd, maar ook nog verschillende landerijen. Het landgoed was bij de verkoop 51 morgen (=heden ± 44 Hectare). De overdracht is niet van een leien dakje gegaan; na diverse processen werd eerst in 1781 beslist dat de Van Hugenpoth's zich eigenaar mochten noemen. De enige rechten die aan het goed verbonden waren zijn de Kloecke of Groesche tiend en een jachtgerechtigheid in de Liemers, dus echt veel kan het goed nooit hebben opgeleverd, temeer daar de bijbehorende gronden ook al niet erg uitgestrekt waren. Reeds de zoon Jan Baldewijn van Hugenpoth tot den Beerenclauw verkocht het goed en wel in 1820 aan Frederik Johann Tendering, echtgenoot van Louise Auguste Maurenbrecher, die er in 1877 is overleden. Zijn erfgenamen verkopen in datzelfde jaar de Beerenclaauw aan Christina Josepha Theodora Maria Hoevel, douairière Jhr.Mr. Carel Everardus Josephus Franciscus van Nispen tot Pannerden, eigenares van het kasteel Swanenburg bij Genderingen. Deze kocht het uitsluitend als belegging en verpachtte haar nieuwe aanwinst als boerderij. Het huis was inmiddels in niet al te beste staat van onderhoud geraakt en in 1898 werd de verdieping afgebroken en het restant verbouwt tot boerderij. Het jaar daarop stortte de achtergevel in de gracht, waarop het huis werd afgebroken en vervangen door het huidige. De trap uit het oude huis werd aangebracht in het torentje, dat ons herinnert aan het adellijke verleden van het huis. De familie Van Nispen verkochten in 1978 de Beerenclaauw aan de huidige eigenaar A.J.G. van Bethraij, wiens grootvader er in 1894 pachter van was geworden. De gracht om het huis werd in 1963 gedempt. Het huis vertoont zich als een miniatuurkasteeltje in het landschap en is een opmerkelijk element daarin. |
Eigenaar/Bewoners |
De heer A.J.G.
van Bethraij |
Huidige doeleinden |
Privé bewoning. |
Toegankelijk |
Het huis en
directe omgeving zijn niet toegankelijk voor het publiek. |
Foto's |
|
Bronnen |
|